Radartoren Ouden Doel: een oog op de Schelde
Voor een spectaculair uitzicht over de Waaslandhaven, de Schelde en de omliggende getijdennatuur moet je bij de radartoren Ouden Doel zijn. Via een trap langs de buitenzijde kun je tot net onder de radar komen. Maar waarom staat de radartoren daar eigenlijk?
Radartoren Ouden Doel werd in 2016 gebouwd ter vervanging van een oude toren wat verderop aan de Nederlandse grens. Die stond midden in het Hedwige-Prosperproject van het Sigmaplan, dat getijdennatuur creëert in de Hedwigepolder en in Prosperpolder Noord. Op termijn zou de oude radartoren dus omringd worden door getijdennatuur. “Zelfs al hadden we hem kunnen behouden, dan nog zou het onderhoud te duur geweest zijn”, vertelt Dorien Verstraete, projectingenieur bij De Vlaamse Waterweg nv. “Daarom besloten we een nieuwe toren te bouwen. Samen met de gemeente Beveren zagen we dat als een mooie gelegenheid om bezoekers een spectaculair uitzicht te bieden op de natuurgebieden in de omgeving.”
Panorama voor fijnproevers
De nieuwe radartoren is voorzien van een platform dat vrij toegankelijk is. Vandaar heb je in alle richtingen een panoramisch uitzicht, dat de komende jaren alleen nog maar mooier zal worden. “Als het Hedwige-Prosperproject ontpolderd wordt, komt daar een landschap van kreken en geulen”, legt Verstraete uit. “Vanop de radartoren zal je die evolutie heel goed kunnen zien, met alle kleurschakeringen die erbij horen. En je hoeft je hoofd maar te draaien voor een uitzicht op de haven en de kerncentrale.”
Schelderadarketen
De radartoren Ouden Doel maakt deel uit van de Schelderadarketen, een reeks onbemande radartorens en bemande verkeerscentrales. Die bestrijkt het hele gebied langs de kust van de Belgisch-Franse grens tot Zuid-Holland en de Scheldemonding. “De radars vormen de ogen van de verkeersleiders”, vertelt Wim Smets, hoofdbeheerder bij het Beheer- en Exploitatieteam Schelderadarketen. “Het systeem wordt aangevuld met andere systemen zoals Very High Frequency of VHF-radio om met de schepen te communiceren. Zo monitoren we het scheepvaartverkeer en kunnen we bijvoorbeeld tijdig waarschuwen als schepen in elkaars vaarwater dreigen te komen.”
Tijpoort

De verkeerscentrale in Zandvliet
Op de Westerschelde is een goede verkeersleiding geen overbodige luxe. Schepen moeten niet alleen rekening houden met het drukke verkeer, maar ook met de getijden. “Bij hoogtij staat het water in de haven zo’n zes meter hoger dan bij laagtij”, legt Smets uit. “Grote, diepliggende schepen krijgen een bepaald tijdsvenster – een tijpoort – toegewezen om de haven in of uit te varen. Wij houden in de gaten of zo’n schip de planning volgt, want als het uit die tijpoort raakt, kan het vastlopen. Dat brengt niet alleen economische kosten mee, het is ook gevaarlijk voor de andere schepen en voor het milieu. Als er bijvoorbeeld een brandstoftank scheurt, kan dat heel wat schade aanrichten. De Schelde is immers één groot natuurreservaat.”
Gelukkig zijn zulke incidenten eerder zeldzaam sinds België en Nederland in 1991 samen de Schelderadarketen uitbouwden. “Daarvoor stond elke radarpost apart”, vertelt Smets. “Vanop Ouden Doel kun je nog zo’n radartoren zien staan in het Verdronken Land van Saeftinghe. Die dateert van eind de jaren zeventig, toen de netwerktechnologie nog niet op punt stond en men de verkeersbegeleiding zo dicht mogelijk bij de radar probeerde te zetten. De toren in het Verdronken Land beschikt nog over slaapruimtes, maar er heeft nooit iemand overnacht. Toen de toren klaar was om in gebruik te nemen, hadden België en Nederland het Radarverdrag 1978 getekend en werd de toren opgenomen in de grote keten die later de Schelderadarketen zou worden.”