“Ganzenrijden is de klei die de polder bijeenhoudt”

Wie in en rond de haven van Antwerpen vertoeft, heeft een grote kans om interessante Havenlanders tegen het lijf te lopen. Kijk maar naar Frédéric Crynen. Als voorzitter van De Oude Gans in Berendrecht kan hij ons alles vertellen over ganzenrijden, een eeuwenoude traditie in de polderdorpen.

Rondjes rijden tot de kop er af is

 

“Bij ganzenrijden rijd je met een boerenpaard rondjes onder een galg en probeer je de kop van een dode gans te trekken. Je mag maar één hand gebruiken en het paard mag niet blijven stilstaan. Wie als eerste de ganzenkop scheidt van het lichaam, mag zich het hele jaar koning noemen. Die koning wint een deel van de ‘premie’, waarmee hij nog het hele jaar kan trakteren.”

 

“De belangrijkste eigenschap van een goede ganzenrijder? Er graag bij zijn! Wie betrokkenheid toont, is meer dan welkom. Je moet natuurlijk ook wat kunnen paardrijden. Verder is ganzenrijden eigenlijk 99% geluk. De volgorde van de rijders bepalen we door nummertjes te trekken, dus je moet wat chance hebben met het moment waarop je de gans passeert.”

 

Een echt volksfeest

 

“Als De Oude Gans rijdt in Berendrecht, is het heel de dag feest. We starten aan het huis van de vorige koning, waar we hem nog een laatste keer vieren. Daarna trekken we met een hele stoet door het dorp en ‘s middags eten we samen pistolets. Om 15 uur start de wedstrijd en ‘s avonds wordt de nieuwe koning uitgebreid gevierd, tot in de vroege uurtjes.”

 

“Ganzenrijden is de klei die de polder bijeenhoudt. De traditie leeft heel hard in de polderdorpen en het is een moment waarop iedereen buitenkomt. Alle cafés zitten afgeladen vol, de fanfare zorgt de hele dag voor muziek en alle verenigingen en scholen uit de buurt pikken een graantje mee met een wafelbak of restaurantdagen.”

 

Eerst koningsrijden, dan keizerrijden

 

“Elke vereniging kroont zijn koning tijdens het koningsrijden. De eerste verenigingen geven de aftrap in het eerste weekend van de krokusvakantie, rond februari-maart. Vanaf dan vindt er zes weken lang altijd wel ergens koningsrijden plaats. Aan het einde van die zes weken is het tijd voor de apotheose: het keizerrijden. Elke vereniging vaardigt daarvoor zijn laatste koningen af. Zo’n dertig koningen nemen het tegen elkaar op voor de titel van Keizer, het allerhoogste doel dat je als ganzenrijder kunt bereiken.”

 

“Vaste waarden bij ganzenrijden?

    • De stoet die door het dorp trekt vóór de wedstrijd. Voorop lopen de verenigingen met hun vlag, daarachter speelt de plaatselijke fanfare, vervolgens lopen alle leden en de ruiters op hun boerenpaarden en helemaal achteraan rijdt een koets met de (oud-)voorzitter van de vereniging, de doktoor en de verpleegsters.
  • De premie waarvan de koning een deel wint om te trakteren. Alle toeschouwers en sympathisanten kunnen de premie spijzen door te sponsoren.
  • De jury en de speaker die tijdens de wedstrijd weetjes vertelt over elke ruiter en meedeelt hoeveel geld er al werd ingezameld voor de premie.
  • De snijmeester die het beschermingsnet rond de gans los snijdt. Het net zorgt ervoor dat de gans langer intact blijft, zodat de wedstrijd niet te snel afgelopen is.
  • De doktoor en de verpleegsters die zorgen voor randanimatie. Ze voorzien kindjes van windels en grime. Valt er een ruiter van z’n paard? Dan geeft de dokter hem een borreltje om hem op te lappen. (Natuurlijk is er ook altijd een echt medisch interventieteam aanwezig.)
  • De kiel die elk lid draagt. Aan de kleuren van de traditionele outfit kan je zien wie bij welke vereniging hoort.”