Vleermuistoren
Aan de rand van het Hedwige-Prosperproject, precies op de grens van België en Nederland, staat een karakteristiek bakstenen torentje: de vleermuistoren.
Waar de Nederlandse Hedwigepolder en de Belgische Prosperpolder lagen, wordt een getijdennatuurgebied met slikken en schorren ontwikkeld. De toren werd gebouwd om de populaties vleermuizen die in het gebied huisden een nieuwe leefomgeving te bieden. Onder andere de ruige dwergvleermuis, de gewone dwergvleermuis en de grootoorvleermuis die in het gebied leefden, kunnen hier een nieuw onderkomen vinden.
De houten spits van de toren verwijst naar de kerktoren van het verdronken dorpje Casuwele. Precies op die plek bevond zich ooit het dorpje, maar tijdens de Allerheiligenvloed in 1570 verdween het dorpje onder water. De steensoort verwijst dan weer naar de authentieke boerderijen uit de omliggende dorpen.
Het ontwerp mag dan wel verwijzen naar het verleden maar is heel innovatief. De vleermuistoren bestaat uit verschillende delen. Het onderste gedeelte dat verscholen ligt in het dijklichaam is de zogeheten bunker. De betonnen bunker vormt het ideale winterverblijf voor vleermuizen doordat het er donker is en een constante lage temperatuur heeft. In de baksteken kubus daarboven vinden de dieren dan weer volop compartimenten en holtes om in weg te kruipen. De houten kap tenslotte dient als kraamkamer en zomerverblijf voor de vleermuizen omdat het er sneller opwarmt.